Tijdelijke verhuur tuinhuis
donderdag 1 oktober 2020
De Hoge Raad heeft onlangs een arrest gewezen over de gevolgen voor de inkomstenbelasting van de tijdelijke terbeschikkingstelling van een tuinhuis aan derden. Het tuinhuis kwalificeerde als aanhorigheid van de eigen woning. Volgens de Hoge Raad geldt de regel dat er geen gevolgen zijn voor de toepassing van de eigenwoningregeling aan de tijdelijke terbeschikkingstelling van de eigen woning zelf ook voor de tijdelijke terbeschikkingstelling van een gedeelte van of een aanhorigheid bij een eigen woning. Dat betekent dat voor die gehele woning blijft gelden dat zij geacht wordt anders dan tijdelijk als hoofdverblijf ter beschikking te staan aan de belastingplichtige. De Hoge Raad heeft het andersluidende oordeel van Hof Amsterdam vernietigd. Volgens het hof had de verhuur van het tuinhuis tot gevolg dat de eigenwoningregeling niet meer van toepassing was op het tuinhuis.
Het oordeel van de Hoge Raad heeft tot gevolg dat 70% van de verhuuropbrengst van het tuinhuis belast is als inkomsten uit eigen woning.